|
||||||||
|
Nou, dat was al even geleden ! Het laatste dat ik hier hoorde over Martin Harley, was “Roll with the Punches” en die dateert toch ook alweer van vijf jaar geleden. Covid, wellicht…maar de man is dus terug en doet dat op behoorlijk indrukwekkende wijze; hij zingt fantastisch en zijn Weissenborn-gitaar klinkt steevast indrukwekkend. Neem daarbij een tiental sterke songs en een begeleidingsband vol straffe muzikanten en je weet welke richting het uit gaat. De Engelse rootsmuzikant, die Harley is, vertoeft geregeld aan de overkant van de Grote Plas, maar toch nam hij de plaat op in het “eigen” Manchester, met getrouwe Nigel Stonier aan de knoppen, die ook al “Drumrolls for Somersaults” in goede banen leidde, anderhalf decennium geleden. Daarnaast was ook Michael Blair in de studio actief en zijn percussiekunsten kennen we van bij ondermeer Waits, Costello en Reed, toch niet de minste namen en naast hem zaten twee giganten uit de Amerikana-scene van het Verenigd koninkrijk, met name bassist Mark Lewis en pedal steel-virtuoos CJ Hillman. Hoezeer de songs oonderling verschillend klinken, toch komt de plaat heel homogeen over, als een geheel. Bij opener “Morning Sun”, met zijn slideklanken,denk je zonder moeite aan zorgeloze zonsopgangen en aan Ry Cooder. Nu, dat laatste overkomt mij weleens vaker en mag dus geen criterium zijn. “Wolves” zit meer in de folkhoek, maar is haast even onweerstaanbaar, met die pianoriedel, die in speels duel gaat met de stem en de bas, terwijl “I’ll Carry You” een intro heeft, waarbij je de stem van J.J. Cale verwacht, maar die van Harley krijgt, zonder dat je ontgoocheld bent. “48” is de leeftijd die Martin intussen bereikt heeft en in deze song kijkt hij een beetje terug op zijn leven tot nu toe. en het wordt niet toevallig gevolgd door “Best is Yet to Come”. Wie, zoals ondergetekende, de kaap er 70 nadert, weet dat dat een waarheid is als een koe: je moet een zeker aantal kilometers op de teller hebben, vooraleer met begrijpt wat essentieel is en wat bijkomstig en, al lijkt het niet altijd eenvoudig, als je erin slaagt je leven een beetje avontuurlijk te houden, valt er ook na vier dozijn jaren best wat fraais te beleven. Dé klapper van de plaat is, voor mij althand, “Lemonade”, een nummer waarvoor Harley inspiratie kreeg, toen hij de bubbels in een glas frisdrank steeds weer hun weg naar boven zag werken, alsof het niets is.. Harley maakt zelf melding van Leon Redbone als voorbeeld voor dit nummer: serieuze dingen vertellen op een uiterst luchtige toon. Dat was diens handelsmerk en Martin komt hier zeer aardig in de buurt. Afsluitend duo “Kite” en “Shotgun and a Shovel” vormen fraaie orgelpunten bij een ronduit uitstekende plaat, waarmee Harley zich, naast de prima zanger en dito gitarist die hij al was, ook verzekert van een plaats in de rangorde der goeie songschrijvers: wie een wiegenliedje als “Kite” kan schrijven voor zijn dochter, die weet hoe te leven en da’s noodzakelijk voor iemand die als songschrijver erkend wil worden. Heerlijke plaat alweer, van een man, waar we al te lang niks van hoorden. (Dani Heyvaert)
|